Binnenvisser

Zijn schreeuw vanaf de kant galmt over de pas nieuw gegraven zijarm van de IJssel, recht tegenover de van ontelbare ansichtkaarten overbekende blik op Deventer en doet Frans jr. opkijken van zijn schilderwerk. Frans sr. wil aan boord van de UK 7, hun IJsselmeerkotter uit 1947 luisterend naar de naam D’otter. Of zoonlief hem en hond Tjoek even oppikt met de bijboot.

Sinds 1975 is Frans Komen (60) binnenvisser van beroep. Nadat hij eerder na een makelaarsstudie een assurantiekantoor gehouden had.

Het water, het water, altijd maar riep het water

De hang naar het water was er altijd al. Geboren en getogen aan De Worp, een pracht stukje Deventer met uitzicht over de IJssel, vandaar. Veel gevaren, veel gezeild… het water, het water, altijd maar riep het water. Tijdens schoolvakanties scheepte hij het liefst in. Om mee te gaan vissen. Op het IJsselmeer. Op de Noordzee.

Eigenlijk was het niet meer dan logisch, onvermijdelijk bijna dat het waakvlammetje van zijn jeugdliefde zo aanwakkerde dat hij fulltime beroepsbinnenvisser werd. De combinatie van veel techniek, veel vakmanschap  – moest hij zich allemaal op eigen houtje eigen maken – en de directe relatie met het milieu en de biologie, dat trok hem. En dat trekt hem nog steeds. Ook al zijn het momenteel allesbehalve vette jaren voor de beroepsbinnenvisserij.

Hard op weg om een verdwenen ambacht te worden

Integendeel, van een nu nog verborgen ambacht is de beroepsbinnenvisserij hard op weg om een verdwenen ambacht te worden. Frans sr.: “Dat heeft natuurlijk voor een groot deel te maken met de problemen, zeg maar gerust de malaise van de laatste jaren in de palingvisserij. Daardoor hebben heel wat collega’s het loodje gelegd. Maar vergeet ook niet de almaar meer en meer om zich heen grijpende bureaucratie. Zo’n tien vijftien jaar terug kreeg ik één keer per jaar een huurcontract voor de wateren waar ik mocht vissen. Ondertekenen, klaar, aan de slag! Nu ben je zo’n beetje elke dag bezig met papierrompslomp. Ja, je moet tegenwoordig vooral administratief en juridisch geschoold zijn om in de visserij te kunnen overleven.”

Bron van ergernis bij Komen senior is ook dat mede om de meer dan vijfhonderdduizend hengelaars langs onze waterkanten te plezieren de beroepsbinnenvissers steeds minder en minder werk- en leefruimte krijgen.

Maar de moed opgeven, geen sprake van. Integendeel, het maakt hem alleen maar strijdbaarder. En inventiever. Zo begon hij zich ruim tien jaar geleden al te verdiepen in oude zakelijk visrechten. Stuitte al doende op zogeheten ‘heerlijke visrechten’, visrechten van voor de Franse revolutie die los staan van het grondeigendom.

Door de jaren heen heeft hij er daar zes van kunnen aankopen. Voor aardige bedragen. Maar het betekende wel dat hij naast zijn aalrechten nu ook kon vissen op schubvis. Met alle prettige gevolgen van dien voor het voortbestaan van zijn bedrijf. Dat nu niet alleen op de Gelderse IJssel (van Arnhem tot Deventer) en op het Twentekanaal mocht vissen, maar ook op het stroomgebied van de Rijn tussen de Duitse Grens en Bemmel. Onder meer op de Waal en de Nederrijn. In 2012 is hier een IJsselmeervergunning aan toegevoegd.

”Hard werken, dag en nacht, maar ik zou niet anders meer willen. Prachtvak!”

Over het voortbestaan… Sinds 2000 zit ook Frans Komen junior (32) in het bedrijf. Niet zo gek, al heel jong ging hij vaak met zijn vader mee vissen. Met veel plezier. Zo veel zelfs dat hij de visserijschool in Urk en de school voor de binnenvaart in Rotterdam doorliep. Om tussen de bedrijven door (genoemde opleidingen zijn toch vooral toegespitst op de zeevisserij) via allerhande specifieke cursussen en afkijken bij vader het vak van binnenvisser onder de knie te krijgen.

Inmiddels varen vader en zoon al jaren week in week uit gezamenlijk uit. ’s Maandags weg, vrijdag met de weekvangst naar de afslag in Urk. Om in het weekend de voorbereidingen te treffen voor de volgende week. Frans junior: “Hard werken, dag en nacht, maar ik zou niet anders meer willen. Prachtvak! Dat ik, ondanks alle tegenslag, met alles wat ik heb zal blijven uitoefenen.”

Frans senior, Frans junior, de visserij zit nog een Komen in het bloed. Niet in regenpak en laarzen, maar in jasje dasje. Daan Komen (26) is maritiem advocaat. Met als specialisatie, hoe kan het ook anders, visserijzaken. En net zo strijdbaar als vader- en broerlief. Een citaat uit een dubbelpaginagroot interview met Daan in Visserijnieuws laat aan duidelijkheid niets te wensen over: “De visserij zit in de hoek waar de klappen vallen. Het is tijd voor tegengas. Daar wil ik voor gaan.”

Terug weer naar de beide Fransen. Ook mannen van het tegengas. Van het tegen de stroom ingaan. Die lang voordat de neergang in de visserij begon, al verder keken dan de palingvisserij. En nu dus ook met succes de schubvisserij en de onderzoeksvisserij uitoefenen.

Alles voor de toekomst

Al lang voordat duurzaamheid zo’n beetje een modewoord werd, was bij Komen ecologisch vissen al dagelijkse praktijk. Waar veelal werd en wordt gevist met maaswijdten van 101 millimeter, vissen de Komens met maaswijdten van 150 tot 160 millimeter. Met alle prettige gevolgen van dien voor de visstand. Bovendien zijn ze al sinds jaar en dag via tal van nationale en internationale wetenschappelijke instituten en instanties actief betrokken bij onderzoek naar de visstand en de waterkwaliteit. 

Alles voor de toekomst van hun lust en hun leven. Alles om ervoor te zorgen dat de binnenvisserij van een verborgen ambacht niet verwordt tot een verdwenen ambacht.